Nederland is het laboratorium van de 21ste eeuw.

Perfumed jungle VIEW OF MARINA kopieDit stuk kreeg een eervolle vermelding in de essaywedstrijd ’21 minuten’ in 2005, een initiatief van de Stichting De Publieke Zaak. (http://www.publiekezaak.nl/)

 

800 woorden

Nederland is het laboratorium van de 21ste eeuw.

 

Met weemoed wordt in Nederland teruggekeken op de Gouden Eeuw. Het zou beter zijn de geschiedenis van Nederland te beschouwen als actief kenniskapitaal. Nederland is de bakermat van een van de meest succesvolle systemen waarmee de mensheid zijn eigen vooruitgang bewerkstelligt: het moderne kapitalisme. Het gaat dan vooral om de uitvinding van het aandeel: het ‘stuk’ waaraan het Amerikaanse stock exchange refereert. Het oudste bekende aandeel komt uit Nederland. Het gaat hier om het concept dat meerdere personen ongeacht rang of stand het (start-)kapitaal verschaffen voor een expeditie of onderneming die als doel heeft winst te maken ten dienste van deze kapitaalverschaffers die als aandeelhouder naamloze vennoot zijn. Zij lopen daarmee bewust risico maar krijgen als de onderneming slaagt een proportioneel deel van de gemaakte winst (dividend). Het oudste bekende aandeel is een aandeel in de Verenigde Oost Indische Compagnie, de eerste moderne multinational ter wereld. Het aandeel is aantoonbaar van Nederlandse origine en een van de grootste zakelijke innovaties aller tijden.

Het aandeel en de VOC zijn een uitdrukking van de Nederlandse ondernemerscultuur die overal ter wereld nog steeds respect afdwingt: creatief, niet gehinderd door conventies, flexibel en weinig scrupuleus maar ook met een hoge mate van aanpassingsbereidheid: Niet voor niets dreven alleen de Nederlanders meer dan drie eeuwen als enige buitenlandse mogendheid handel met Japan.

Het kapitalisme is in Nederland nooit ongebreideld geweest maar altijd ingebed in een maatschappelijk stelsel dat de uitwassen ervan dempte. We kennen een lange traditie van liefdadigheid, maar ons land is ook de bakermat van de democratie. Het waterschap, hoewel tegenwoordig tamelijk rudimentair, is waarschijnlijk de oudste nog bestaande vorm van zelfbestuur. Het stoelt op de gedachte dat samenwerking alleen mogelijk is door middel van overeenstemming. Alleen op die manier was het mogelijk het land te verdedigen tegen het water. Het leidde tot een preoccupatie met afspraken, regelgeving, tot een sterk gejuridiceerde, administratieve cultuur.

Nederland exporteerde het idee van regels op basis van overeenstemming. Ook het internationale (zee-)recht heeft daardoor zijn oorsprong in Nederland en behalve zakelijk komen dus ook veel juridische innovaties uit Nederland, recent bijvoorbeeld op het gebied van luchtvaartrecht.

De opmars van de Republiek leidde tot een zelfbewustzijn door alle lagen van de bevolking, een egalitaire burgerlijke cultuur. Nederland is daarmee ook de bakermat van de populaire kunst: de Hollandse meesters schilderden geen hoofse maar alledaagse taferelen. Hoewel gemaakt in opdracht van de zeer vermogenden was die kunst voor iedereen te begrijpen. Nederlandse kunst en design zijn nog steeds ongecompliceerd vernieuwend, pretentieloos verhelderend.

Samen met Venetië is Nederland de oudste moderne republiek waarbij Nederland zich er op kan laten voorstaan dat die republiek tot stand is gekomen door een opstand. Kenmerkend voor die opstand zijn het postulaat dat een volk het recht heeft om een tirannieke vorst vervallen te verklaren van zijn bestuurlijke rechten en dat ieder mens in elk geval binnenshuis het zijne mag denken. Het Plakkaat van Verlatinghe waarin dit postulaat is terug te vinden, heeft de Pilgrim Fathers geïnspireerd toen zij tijdens hun verblijf in Delfshaven de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring voorbereidden. Nederland is daarmee ook een, zoniet de, bakermat van de overheersende staatsvorm in de moderne tijd.

Dat alles was nodig om het samenleven op een klein drassig oppervlak tot een succes te maken. Maar het was niet genoeg. In de negentiende en twintigste eeuw is Nederland doorgestoten tot de tien welvarendste landen ter wereld door zichzelf na een eeuw van indolentie (de achttiende eeuw) opnieuw uit te vinden. Niet alleen door indrukwekkende waterbouwkundige werken en landaanwinningsprojecten, maar ook door industrialisatie, stedelijke planologie, stedelijke sanitatie (een ongeëvenaard goede afvalwaterbehandeling en drinkwatervoorziening), een hoogontwikkeld systeem voor volksgezondheid, een zeer intensieve landbouw die een enorme milieutechnische en veterinaire beheersing vereist. Nederland beschikt hierom noodzakelijkerwijs over enorm veel epidemiologische en virologische kennis. Waar volksgezondheid raakt aan vraagstukken van ethiek – geboortebeperking, abortus, euthanasie, drugsbeleid, het legaliseren van prostitutie – is Nederland een van de meest innovatieve landen: verguisd en bewonderd. Heel langzaam lijkt nu het Nederlandse denken over bijvoorbeeld euthanasie navolging te krijgen in het buitenland, de Verenigde Staten

De afgelopen kwart eeuw lijkt Nederland zelf vooral vruchteloos bezig met het hervormen van zichzelf in sociaal en politiek opzicht. Een gevecht om aanpak van de structurele problemen zoals werkloosheid en een stroperige overheid waarbij als het er op aan komt steeds net niet voldoende gevoel van urgentie heerst om de problemen drastisch aan te pakken.

Na de innovatieve Republiek verzandde de Nederlandse ondernemingslust in een Jan Saliegeest. Na ruim honderd jaar van regressie, indolentie, zelfgenoegzaamheid ontwaakte Nederland als moderne natiestaat. Als Nederland de komende honderd jaar iets wil betekenen dan is het als staat in de lappendeken van de Europese Unie waarin elke staat, land of regio op grond van zijn historie een unieke rol kan vervullen. We moeten ons niet van ons stuk laten brengen door de inhaalslag die arme Oost-Europese en Aziatische landen maken deels ten kosten van ons.

De komende honderd jaar heeft een ongekende volksverhuizing plaats van uit de binnenlanden naar de kustgebieden. Daar in die laaggelegen kwetsbare gebieden vindt in hoog tempo urbanisatie en industrialisatie plaats met alle gevolgen van dien die ontwikkeling nodig maken van een specifieke kennis op het gebied van kustverdediging, waterbeheer, milieubeheer, planologie, voedselvoorziening, gezondheidszorg. Zowel technologische als juridische, bestuurlijke en politieke kennis.

In die zin kan Nederland op grond van eeuwen ervaring een innovatieve proeftuin, een ‘valley’ zijn waarin kennis wordt ontwikkeld die je heel ruim kunt definiëren als ‘coastal urbanization technology’ het totale complex aan kennis en ervaring dat nodig is om in kwetsbare laaggelegen kustgebieden een hoogontwikkelde samenleving in stand te houden. In die zin kan Nederland de proeftuin zijn van de eenentwintigste eeuw.

 

 

Gezondheidsraad is roomser dan de Paus. Alcoholgebruik en vermoeidheid (NWT maart 2005)

angel-1087938_960_720

Natuurwetenschap en Techniek, NWT Magazine, maart 2005

Gezondheidsraad is roomser dan de Paus

 

Erwin van den Brink

 

Wat te doen als je eigenlijk niet weet hoe het zit? Met dat probleem worstelt de Gezondheidsraad in twee recente adviezen waar we weinig mee opschieten. Het eerste gaat over het chronische vermoeidheidsyndroom, CVS (ook wel afgekort als ME, myalgische encephalomyelitis), het ander heeft betrekking op alcoholgebruik rondom zwangerschap en geboorte.

Over ME zegt de raad: er is wat met die mensen aan de hand maar we weten, klinisch gezien, niet wát. Volgt een advies om ME-lijders cognitieve gedragstherapie te laten volgen, die inhoudt dat ze weer leren om normaal actief te worden. Over drinken rond zwangerschap zegt de raad: doe nou maar helemaal niet, dan kan er ook niets misgaan. Zelfs de man dient voor alle zekerheid minstens een week voor de beoogde conceptie elk drankgebruik te staken.

Na lezing van die twee adviezen dringt de gedachte zich op: had je de tijd en moeite bespaard van dat advies over alcoholgebruik, dan hadden jullie het advies over ME misschien wetenschappelijk wat verder kunnen optuigen, want een Raad is ook maar een Raad en het moet uit de lengte of uit de breedte komen.

Waarom ME? Dat lijkt evident: een groep van dertig- tot veertigduizend mensen lijdt aan extreme, langdurige vermoeidheid die hen arbeidsongeschikt maakt, en het zullen er eerder meer dan minder worden. Op dit gebied vallen nog enige pittige onderzoeksvragen te formuleren. Wanneer wordt moeheid ‘ME’? Moe-zijn is een steeds wijder verbreid verschijnsel. We leven steeds gejaagder, mede als gevolg van het toegenomen aantal keuzemogelijkheden – die we allemaal willen benutten. Pleidooien voor onthaasten en quality time helpen weinig. De Amerikaanse hoogleraar psychologie Barry Schwartz houdt ons in zijn boek The Paradox of Choice voor dat het grote aantal keuzemogelijkheden mensen alleen maar minder gelukkig maakt. Daar komt nu dus het dilemma bij of je na een leuk avondje uit nog wel aan seks mag doen op de enige manier die zelfs door de paus nog is goedgekeurd.

In onze ‘kennissamenleving’ werken we bij voorkeur met ons hoofd. Dan is het logisch dat vermoeidheid daar ontstaat. In dat licht is het vreemd dat de gezondheidsklachten over extreme moeheid zo lang zijn weggeredeneerd door medische deskundigen.

Matig alcoholgebruik rondom zwangerschap en geboorte is daarentegen geen manifest maatschappelijk probleem. Bij mijn weten is geen sprake van een verontrustende toename van verschijnselen als spontane abortussen of psychische problemen bij pasgeborenen en kinderen, gecorreleerd aan alcoholgebruik. (Dat zwaar drinken schadelijk is voor het nageslacht staat natuurlijk buiten kijf.)

Je vraagt je af wat dan wel de aanleiding is geweest voor dit advies. Onder het kopje ‘Aanleiding’ staat dat er nog al wat uiteenlopende opvattingen bestaan over de effecten van matig alcoholgebruik tijdens zwangerschap. Deze literatuurstudie verandert daar niets aan. Het wemelt van de mogelijke verbanden afgeleid uit het directe effect van alcohol in het bloed van de moeder op de foetus, maar nergens is het effect op de gezondheid van de latere kinderen gekwantificeerd.

Waarschijnlijk is de aanleiding dat de bureaucratie uit die ‘uiteenlopende opvattingen’ graag consensus wil distilleren. En toevallig lag de zoveelste uit de Verenigde Staten overgewaaide gezondheidshype voor het oprapen. Het is binnen afzienbare tijd mogelijk om zwangere vrouwen met behulp van een geïmplanteerde chip te laten deelnemen aan klinisch onderzoek waarbij continu de alcohol in hun bloed wordt gemeten. Ik vraag me af of we er wat mee opschieten en of we dat moeten willen. We kunnen het geld dat daarmee gemoeid is beter gebruiken om echt inzicht te krijgen in een raadselachtig verschijnsel als ME.