Tekst Erwin van den Brink
KENGEGEVENS
NAAM
Eric Verdult
LEEFTIJD
40
TITEL
Dr. ir.
OPLEIDING
Werktuigbouwkunde
TU-Delft
FUNCTIE
Visualisator van informatie
Precies willen weten hoe het zit
Deze week verschijnt het boek Ingenieus met daarin een groot aantal technische tekeningen die Eric Verdult de afgelopen tien jaar maakte voor met name de Ingenieur. ‘Ik werk vanuit de inhoud en niet vanuit de vorm.’
.
Je moet lol in je werk hebben, vindt illustrator Eric Verdult. Lol is je nieuwsgierigheid bevredigen naar hoe iets is gemaakt en hoe het werkt. Verdult wil weten hoe het zit en niet ongeveer maar exact. Hij tekent niet de buitenkant maar de binnenkant. In feite tekent hij ook niet, hij bouwt het na. Geef hem een project, de Noord-Zuidlijn of de kernfusiereactor ITER, en hij begint met het hele ontwerp te demonteren. Niet letterlijk, maar mentaal. Door de ontwerpers of technici die er mee bezig zijn het hemd van het lijf te vragen, door hun eigen bouwtekeningen met hen door te nemen. Als Verdult klaar is met de demontage spreidt hij als het ware alle onderdelen en hoe die in elkaar grijpen overzichtelijk voor zich uit zodat hij kan beginnen met het nabouwen van het ding. Dat nabouwen doet hij in drie dimensies met grafische programma’s die daarvoor bestaan zoals 3D studio max.
Dit nu is de methode Verdult. Het heeft de Ingenieur de afgelopen tien jaar tal van verbazingwekkende platen opgeleverd, een soort beeldverhalen waarin de lezer zonder voorkennis aan de hand wordt genomen om stap voor stap te leren begrijpen hoe ‘het’ zit. Het tijdschrift de Ingenieur en dr. ir. Eric Verdult hadden elkaar in het leven ook kunnen mislopen als Eric geen dr. ir. was geworden. Waarom is hij dat eigenlijk wel?
Verdult: ‘Ik wilde geschiedenis doen of iets met techniek. Maar geschiedenis, daar vind je nooit een baan in. En voor de klas staan zie ik niet zitten. Dan maar techniek, dacht ik, en dan maar het meest algemene, brede dat je kunt verzinnen. Dat is dan toch snel werktuigbouwkunde.’ Zijn afstudeerrichting was baggertechniek. Mooie zichtbare techniek, Hollands glorie, maar geen wereld waarin hij zichzelf al zag werken. Hij was 22 jaar oud en cum laude afgestudeerd. ‘Ik wist nog niet wat ik wilde en vanwege dat cum laude, dacht ik: dan blijf ik hier en ga ik onderzoek doen.’ De promotiebaan bij de TU-Delft waar hij op solliciteerde behelsde onderzoek naar ontwerpen van een bestuurbare botboor. ‘Bij mensen met bijvoorbeeld scoliosis wordt de wervelkolom extern gefixeerd met een stalen skelet om de scheefgroei te corrigeren. Dat skelet wordt vastgezet met schroeven. Als dat kan met een krom bandje dat past door een gat in een wervelschijf dat in een bocht is geboord, dan steunt het stalen skelet op de hele gekromde gatwand in plaats dat het in het bot aan een paar schroefwindingen hangt die kunnen afbreken.’
Dan spreekt de ingenieur: ‘Op zich ik was afgestudeerd op het boren in rots voor Shell. Bij het boren naar olie en gas stuur je de boorkop ook in bochten. Tijdens mijn promotie-onderzoek heb ik me vier jaar bezig gehouden met de vraag: waarom gaat iets nou de bocht om.’ Alleen had hij hier niet te maken met rotsbodem maar met menselijke kadavers. ‘De eerste keer dat ik uit een stoffelijk overschot een wervelkolom moest vrij prepareren was dat toch wel schrikken, ja’ Hij deed het onderzoek samen met een chirurg die heel enthousiast was. ‘Er had na ons onderzoek nog wat moeten gebeuren: mijn protoype had doorontwikkeld moeten worden tot een produceerbaar chrirugisch instrument. Da’s helaas niet gebeurd. Mijn promoter ging met pensioen. Dan blijft het liggen. Het was op de top van de economie dus er waren geen promovendi die het na mijn promotie van me konden overnemen. Dan bloedt dat dood en is het klaar.’
Hij laat zijn proefschrift zien, dat veel meer bestaat uit tekeningen dan uit tekst. ‘Een ontwerp moet je laten zien, en in niet in woorden beschrijven. Dus mijn proefschrift moest een soort stripboek worden’. Verdult: ‘Ik tekende tenslotte van kindsbeen af.’ Eric gaat na zijn (eveneens cum laude) promotie werken bij een ingenieurs- adviesbureau dat bedrijven helpt bij het ontwikkelen van nieuwe producten op basis van nieuwe technologie. ‘Na vier jaar onderzoek wilde ik eens iets van de echte wereld zien’.
‘Het was heel leerzaam, maar aan het eind van de week dacht ik: wat heb ik nou gedaan de hele week. Veel rapporten en weinig concreet resultaat. Toen dacht ik: ik wil wat anders.’
Eric zegde zijn baan op en tuigde een website op met wat dingen die hij in 3D had gemaakt en daar kreeg hij ergens in 2001 bezoek van Marcel Crok, redacteur van de Ingenieur die bezig was met een verhaal over brugconstructies. De click was er snel en een van de eerste platen die Verdult maakte was voor een omslagverhaal over bionica, ‘De bionische Vrouw’.
‘Ik had geen ervaring met grafische pakketten, geen klantenkring, geen opdrachtgevers. Mijn promotie had ik in 2D gedaan. Grafische 3D-paketten zoals auto-CAD, kwamen net op in de ingenieurswereld waar men altijd op platvlak had getekend maar waar men altijd dacht in drie dimensies. Grafici kwamen en komen nog steeds heel moeilijk van dat platte vlak af. De meeste illustratoren komen uit de grafische wereld, van de kunstacademies. Ik kom als illustrator van de inhoudkant en de kunstzinnige kant is van mezelf. Ik werk vanuit de inhoud en niet vanuit de vorm, niet vanuit de esthetiek of het design. En die 3d-pakketten komen ook veel meer vanuit de inhoud.’
‘Ik werk niet snel, ga nooit even snel een plaatje maken. Ik wil het helemaal snappen, ga met de inhoudsdeskundigen praten, schrijf het uit in tekst en pas als ik denk dat ik het helemaal snap ga ik tekenen. Art directors en illustratoren maken een toevoeging bij een reeds geschreven artikel en ik werk precies andersom, maak eerst de tekeningen en daar verklarende tekst bij.’
‘Ik ga met mensen praten die weten hoe het zit, bijvoorbeeld met projectplanners en ontwerpers van Strukton/Van Oord ACZ die gaan over de verbouwing van Amsterdam CS ten behoeve van de Noord-Zuidlijn. Ze geven me inzage in alle ontwerptekeningen. Het is grappig hoe weinig gedoe over confidentialiteit we dan als ingenieurs onder elkaar hebben. Technici zijn heel gemakkelijk. We spreken dezelfde taal, delen hetzelfde begrippenapparaat en ik probeer gericht de goede vragen te stellen. Zolang er geen jurist, bedrijfskundige of, erger nog, communicatieadviseur bij zit, botert het wel tussen mij en de technici: dan spreiden we al die bouwtekeningen uit, dan ga ik een heleboel dingen die ik niet snap vragen en dan leggen zij het allemaal uit. Uiteindelijk heb ik dan een goed beeld van hoe het helemaal in elkaar zit.’
‘Ik verzamel en orden alle informatie die ik kan vinden – ook via internet. Vervolgens leg ik het helemaal in tekst en plaatjes en foto’s aan mezelf uit. Ik werk de gespreksaantekeningen uit. Dat alles brei ik tot een verhaal.’ De dienstdoende deskundige ervaart de ondervraging door Eric vaak als een behoorlijk pittig gesprek. ’Ik krijg nog al eens te horen dat ik veel dieper doorvraag dan de tekstredacteur die ze vaak eerder over de vloer hebben gehad voor hetzelfde onderwerp. Ik denk dat dit komt doordat ik alles moet kunnen laten zien. In tekst kun je iets vaag omschrijven. Je kunt iets niet vaag tekenen. Beeld vraagt genadeloos inzicht. Beeld kan niet iets globaal omschrijven: het is zo, of niet. Komt het van links of van rechts, hoe groot is die buis en wat zit er achter? Wil je visueel iets toevoegen aan tekst, dan moet je veel meer weten.’
‘Met behulp van een beschrijving een ruimtelijke voorstelling maken, letterlijk inzicht – verschaffen, is heel moeilijk. Beeld maakt mogelijk dat je het in een oogopslag ziet en begrijpt.’
Beeldend schrijven is moeilijker dan uitbeelden. Door zulke teksten moet de lezer zich al gauw heenworstelen en dan is de kans dat hij afhaakt heel groot. Over een tekening kun je je blik laten glijden en je ziet het. Belangrijk is dan dat de lezer overzicht kan houden. Verdult: ‘Ik moet dus ook heel veel reeds gevisualiseerde objecten maar weer weglaten uit de eindversie van de illustratie.’
Mist hij geen eindredacteur? Redacteur ir. Frank Biesboer werkt nauw met Verdult samen, maar ‘een aangeleverde plaat gaat nooit meer helemaal op zijn kop, het gaat dan nog over kleine dingetjes. Behalve als het een onderwerp is waar Frank veel beter in thuis is dan ik, zoals de Atlasdetector, dan is het wel handig om al eerder even met hem te praten. Het is dan heel plezierig dat ik tegen hem aan kan praten en hij mij dingen kan uitleggen. Maar meestal is het maken van een plaat een solitair proces.’
Inmiddels is Verdults talent opgemerkt buiten de mediawereld. Voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken maakt hij in 2008 een interactieve dvd met leermomenten naar aanleiding van de grote landelijke crisisoefening Voyager.
Een paar jaar eerder kwamen tijdens een brand in Haarlem drie brandweermannen om het leven toen een muur van een kerk instortte. De ervaring leerde dat brandweermannen een rapport over het onderzoek naar dit soort tragische ongevallen niet lezen. ‘Rapporten worden doorgaans überhaupt slecht gelezen, zeker door praktisch ingestelde mensen zoals hulpverleners.’ Voor de Inspectie Openbarwe Orde en Veiligheid maakte Verdult er een leer-dvd over, die een groot succes werd, omdat de doelgroep nu immers heel concreet met situaties en cases kon oefenen. Nu kwam de kennis wel bij de brandweermannen aan.
Volker Wessel Stevin wilde meelopen bij minister Eurlings’ spoedaanbesteding voor alle wegverbredingsprojecten. ‘Ze wilden dat ik hun planning zou visualiseren in een plaat op A3-formaat. Dan probeer ik de abstracte weergave van informatie te vertalen in iets behapbaars, zodat iemand die het voor het eerst ziet het ook snapt.’
En zo is hij ongemerkt toch een soort leraar voor de klas geworden al ziet hij zijn leerlingen niet als zij door zijn interactieve dvd’s heen klikken of zijn platen in dit tijdschrift bestuderen.
(illustraties)
(VROUW.jpg)
De bionische vrouw was de eerste illustratie van Eric Verdult op de cover van De Ingenieur, in 2001.
(DETECTOR1.jpg)
De tekening van de Atlas-detector is een kernmerkend voorbeeld van het ontrafelen van een complex apparaat.
(stationsplein CS)
Tekeningen worden eerst opgezet in een 3D-draadmodel, hier van de nieuwe metrohal van de NoordZuidlijn onder het voorplein van het Centraal Station van Amsterdam.
(Zonnetrog.pdf) (graag iets verkleinen en 2 ° draaien, met een schaduw eronder, zodat het lijtk of we een pagina uit het boek op de Ingenieur hebben gelegd)
(verdult4.jpg) (met de getallenbox)