Tag archieven: werktuigbouw

CEO Vanderlande: ‘Net zo complex als de treindienstregeling’

Veghel, 6 maart 2013. Vanderlande CEO Michiel Peters. Vanderlande is wereldmarktleider op het gebied van bagageafhandelingsystemen. Daarnaast maken ze allerlei transportbandsystemen en automatiseringsystemen.
Veghel, 6 maart 2013. Vanderlande CEO Michiel Peters. Vanderlande is wereldmarktleider op het gebied van bagageafhandelingsystemen. Daarnaast maken ze allerlei transportbandsystemen en automatiseringsystemen.

 

 

 

42_45_ING04_Interview

 

Het Interview

 

 

tekst erwin van den brink

foto’s jordi huisman

 

 

CEO DR.IR. MICHIEL PETERS VERKLAART HET SUCCES VAN VANDERLANDE INDUSTRIES

 

‘Net zo complex als de treindienstregeling’

 

De helft van de Europese vliegvelden beschikt over een bagageafhandelingssysteem van Vanderlande Industries in Veghel. Buiten Europa is dat een derde. Daarnaast levert Vanderlande magazijnsystemen. Zelfs in een krimpende economie als in Europa groeit door de opkomst van webwinkels de behoefte aan sorteersystemen in grote distributiecentra. ‘De enorme toename van e-commerce leidt tot een golf van investeringen in geautomatiseerde warehousing’, aldus CEO dr.ir. Michiel Peters.

 

Nu de vastgoedzeepbel uiteen is gespat en de stofwolken van de bankencrisis optrekken, wordt langzaam duidelijk hoe Nederland vanuit het debacle van de financiële economie de weg naar groei moet terugvinden in de reële economie: met export van producten uit de maakindustrie. ‘Buiten Europa schijnt de zon gewoon’, zegt dr.ir. Michiel Peters, president-directeur van Vanderlande Industries. De omzet van het Veghelse bedrijf dat goederenafhandelingssystemen levert, rust voor 90 % op export. Zo heeft Brazilië op de luchthaven van Rio de Janeiro vanwege het wereldkampioenschap voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in 2016 met spoed een sorteersysteem nodig. De omzet van Vanderlande groeit van 560 miljoen euro vorig jaar naar meer dan 700 miljoen euro dit jaar. ‘Dus we zoeken nog wat handjes’, stelt Peters eufemistisch. ‘In feite zoeken we technici van mbo tot tu-niveau in alle relevante vakrichtingen: werktuigbouwers, elektrotechnici en software-engineers, maar ook technische projectmanagers en logistieke mensen.’

In het innovatiecentrum op het bedrijfsterrein in Veghel krijgt de bezoeker een indruk van wat nodig is voor automatische bagageafhandeling en sorteer- en distributiecentra. TNT, DHL en UPS behoren tot de klanten van Vanderlande, evenals Zalando. ‘Vergelijk zo’n systeem gerust met het Nederlandse spoorwegnet wat betreft logistieke complexiteit.’ De transportbanen kennen wissels, in- en uitvoegstroken en kruisingen en parkeerterreinen. Sensoren herkennen overal afzonderlijke dozen, kratten of karretjes. Hun snelheid en onderlinge afstand wordt continu bewaakt en waar nodig bijgestuurd. Transferbagage van passagiers die op een luchthaven overstappen, moet vaak een paar uur worden opgeslagen, gebufferd, in een magazijn. Zo’n systeem heeft wel iets van een gigantische bovenmaatse modelspoorwegbaan en van een rollercoaster. Het systeem dat Vanderlande levert aan de luchthaven van Rio moet minstens vierduizend koffers per uur kunnen verwerken.

 

KERNFUSIE

Peters zelf maakte een tamelijk lange omweg naar Vanderlande. De van origine Brabander rondde de middelbare school af in Heemstede en studeerde vervolgens Technische Natuurkunde in Delft. ‘Een magnifieke studie’, waarin hij afstudeerde bij de groep die zich bezighoudt met nano-elektronica, nu bekend van prof.dr. Cees Dekker en prof.dr.ir. Leo Kouwenhoven. Na zijn diensttijd, die hij doorbracht bij TNO, solliciteerde hij bij onder meer KPN en Unilever. Er diende zich echter ook de mogelijkheid aan om in een aanstelling bij het onderzoeksinstituut FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen te gaan werken bij het Europese kernfusieproject JET (Joint European Torus) in Groot-Brittannië. Aan die (tijdelijke) baan was de voorwaarde verbonden daar te promoveren. Dat deed Peters bij prof.dr. Niek Lopes Cardozo. ‘Ik kon mijn hele leven nog bij een bedrijf gaan werken. Dit was een unieke kans te werken aan de grenzen van de techniek.’

Toen hij na vier jaar klaar was met zijn promotie, koos hij voor een baan bij adviesbureau McKinsey, ‘een prachtige club om veel brede bedrijfservaring op te doen’. McKinsey bood hem de gelegenheid om een MBA (master of business administration) te doen, ‘in vijf weken en dan, huppakee, aan de slag, in de keukens kijken van verschillende bedrijven’. Na 5,5 jaar advieswerk was het tijd om te gaan werken bij een bedrijf ‘waar ze echt iets maken’, en dat werd Fokker Elmo, dat kabelbomen maakt voor vliegtuigen. ‘Een fantastisch bedrijf’, aldus Peters. ‘Het enige stuk bekabeling van de Airbus A380 dat het in één keer goed deed, de cockpitbekabeling, kwam bij Fokker Elmo vandaan.’

Halverwege 2004 stapte Peters over naar Vanderlande. Hij werd op gesprek gevraagd door de toenmalige directeur, Peter Gerretse en begon als directeur Operations. Toen Gerretse in 2009 vertrok volgde Peters hem op. ‘Toen ik voor mijn allereerste afspraak naar Veghel kwam, was het eerste dat ik zag de proefdraaiende systemen in het innovatiecentrum. Ik vond het direct gaaf. Het is aan de ene kant heel praktisch, groot speelgoed als het ware, en aan de andere kant, juist als het heel groot wordt, krijgt het op het niveau van logistieke besturing de complexiteit van de treindienstregeling in Nederland. Dat maakt het qua systems engineering, een methodologie uit de lucht- en ruimtevaarttechniek om complexe projecten te managen, top of the bill.’

Machinefabriek E. van der Lande, van oorsprong een familiebedrijf, begon in 1949 aan de Zuid-Willemsvaart met het maken van steekkarretjes en later hijstoestellen en transportbanden, omdat er binnenvaartschepen moesten worden gelost. Bepalend voor de toekomst was dat het Amerikaanse bedrijf Rapistan de machinefabriek in 1963 kocht. De Amerikanen maakte Van der Lande vertegenwoordiger voor hun magazijnsystemen in Europa – de Amerikanen waren daar toen veel verder in. Rapistan verkocht Van der Lande in 1988 terug aan de oprichtersfamilie, die het bedrijf herfinancierde met behulp van de Nederlandse Participatie Maatschappij (NPM Capital), die nog steeds grootaandeelhouder is en na het vertrek van ABN AMRO in 2009 zelfs voor 85 %.

Het stabiele aandeelhouderschap van NPM Capital, waarvan SHV eigenaar is, heeft volgens Peters het karakter van Vanderlande als familiebedrijf veiliggesteld. ‘SHV is een familiebedrijf dat investeert met een langetermijnvisie. Bij Vanderlande heerst de saamhorigheid die nodig is om elke uitdaging tot een goed einde te brengen.’

De ‘Amerikaanse episode’ is terugblikkend buitengewoon leerzaam geweest, want ‘toen zijn we ons echt gaan concentreren op onze huidige tak van sport: automated material handling’. En dit is volgens Peters een markt die groeit. ‘Door de enorme toename van e-commerce zien we een logistieke aardverschuiving, die leidt tot een golf van investeringen in geautomatiseerde warehousing.’ Zelfs in een krimpende economie als in Europa groeit door de opkomst van webwinkels de behoefte aan sorteersystemen in grote distributiecentra. ‘Als je garandeert dat een product, mits voor twaalf uur ’s avonds besteld, de volgende dag wordt thuisbezorgd, dan lukt dat alleen met een geautomatiseerd magazijnsysteem dat 24 uur per dag draait.’ Volgens Peters lonken ook supermarkten voor thuisleveringen naar de Veghelse magazijntechnologie. Een andere nieuwe mondiale markt is confectie. Daarin staan de marges onder druk en wisselen de collecties steeds sneller. De supply chain, de toevoerketen, dient steeds strakker te worden georganiseerd en daarin speelt automatisering en mechanisering zoals Vanderlande die levert, een steeds crucialere rol.

 

LOCKERBIE

Na de bomaanslag in 1988 op een Boeing 747 van de Amerikaanse maatschappij Panam, die vervolgens neerstortte op het Schotse plaatsje Lockerbie, nam het belang van bagagescreening op luchthavens enorm toe. ‘Vanderlande slaagde er als eerste in om screening in het volautomatische sorteersysteem in te bouwen, zodat de ruimte achter het screeningstation hermetisch als een black box voor mensen is af te sluiten. Dat is een waarborg dat er geen bomkoffer in het systeem kan worden gebracht. Vooral toen door de liberalisatie van de luchtvaart het luchtverkeer enorm begon te groeien, nam de vraag naar zulke veilige bagagesystemen toe.’ Bovendien zijn de winstmarges in de luchtvaart flinterdun, dus hoe sneller een koffer op Schiphol van de incheckbalie naar de gate gaat, hoe korter een vliegtuig op het platform geld staat te kosten. Dat drijft de vraag naar nog snellere sorteersystemen.

Door die snelle groei en veranderende eisen moet Vanderlande steeds vaker maatwerk leveren. ‘Wij proberen enerzijds zo veel mogelijk onderdelen uit eerdere ontwerpen te hergebruiken, maar anderzijds zijn vooral grote projecten de ideale plek om nieuwe technologie te ontwikkelen. Daarbij geldt dan wel dat je de risico’s van die vernieuwing moet beheersen om alles toch op tijd te kunnen opleveren.’ Daartoe dient het V-model waarmee Vanderlande werkt. Het is afgeleid van systems engineering, komt uit de softwarewereld en biedt houvast bij het beheersbaar houden van elk project vanaf het eerste moment, waarop de functionele eisen worden gedefinieerd, tot op het laatste, waarop de zogenoemde release testing plaatsvindt. Bij het testen van hoe het systeem uiteindelijk draait in de organisatie spelen verschillende vragen een rol: heeft het bijvoorbeeld invloed op andere systemen, is het compatibel met de andere systemen en hoe is de daadwerkelijke performance van het systeem binnen de organisatie? Er zijn veel interfaces met bestaande hard- en software. ‘We moeten ons systeem er vaak inproppen. Daarbij moeten we weleens een airconditioningkanaal wegzagen. Bij de meeste projecten geldt dat de winkel tijdens de verbouwing geopend moet blijven en dat we onze systemen en bestaande installaties aan elkaar moeten breien. Hoe goed we alles inhouse hier testen, het is nooit helemaal te voorkomen dat we on site tegen onvoorziene problemen aanlopen.’

Uiteindelijk is het hele ontwerp van elk project uitgevoerd in drie dimensies met computer aided design (CAD), waarbij aan het ontwerp alle data is gekoppeld voor zaken als de besturingssoftware en voor het genereren van de bekabelingsdiagrammen. ‘We hebben binnen ons bedrijf ook een echt softwarebedrijf opgebouwd met meer dan vijfhonderd engineers en met vestigingen in Nederland, Duitsland en in India. In dat laatste land alleen al hebben we zestig software-engineers aan het werk. Dit doen we zonder de mechanica uit het oog te verliezen. We maken hier een totaalproduct; we maken alles zelf waar we vroeger nog veel met toeleveranciers werkten. We bedenken op het hoogste integratieniveau processen die we volkomen beheersen. Die procesbeheersing is nagenoeg niet te kopiëren. Elke concurrent die onze hard- en software eventueel weet te evenaren, gaat alsnog op zijn snufferd door gebrek aan procesbeheersing. En tegen de tijd dat hij zich dat heeft aangeleerd, zijn wij al weer twee straten verder. Het gaat bij ons om mensen en vaardigheden en een goede cultuur. De kern van ons succes is onze unieke vernieuwingscultuur en vermogen tot continue dialoog met de klant. Die maakt het verschil. Dat klinkt misschien soft, maar in de concurrentie waarmee wij hebben te maken, is dat een keihard gegeven.’

www.vanderlande.nl

 

 

KENGEGEVENS

NAAM

Michiel Peters

LEEFTIJD

 

TITEL

dr.ir.

OPLEIDING

Technische Natuurkunde, TU Delft (1984-1990)

Promotie Plasmafysica, TU Eindhoven (1991-1995)

FUNCTIE

president en CEO, Vanderlande Industries (2009-heden)

 

 

(BEELDMATERIAAL)

 

(jh06032013-peters3.jpg)

 

(jh06032013-peters2.jpg)

 

 

(QUOTES)

 

‘Onze procesbeheersing is nagenoeg niet te kopiëren’

 

‘Vooral grote projecten zijn de ideale plek om nieuwe technologie te ontwikkelen’

 

ENERGIEBEDRIJF VAN IR. SJEF PEERAER LEVERT ALLEEN ELEKTRICITEIT UIT KERNCENTRALES ‘Groene stroom exploiteert ons schuldgevoel’

 

jh091106-peeraer1

 

46_49_INGR19_Interview

 

Het Interview

 

 

tekst erwin van den brink

foto’s jordi huisman: www.jordihuisman.nl

 

 

ENERGIEBEDRIJF VAN IR. SJEF PEERAER LEVERT ALLEEN ELEKTRICITEIT UIT KERNCENTRALES

 

‘Groene stroom exploiteert ons schuldgevoel’

 

Kernenergie is het enige werkelijke alternatief dat fossiele brandstoffen op grote schaal kan vervangen, stelt ir. Sjef Peeraer. Omdat consumenten bewust voor deze vorm van energie moeten kunnen kiezen, richtte hij Atoomstroom op, een energiebedrijf dat alleen elektriciteit afkomstig uit kerncentrales levert. ‘Voorstanders van windenergie spelen schaamteloos in op de angst voor klimaatverandering.’

 

Prachtige mechanica, oogverblindend mooie techniek en een verrijking voor het landschap; ir. Sjef Peeraer werd naar eigen zeggen verliefd op windturbines. Het deed hem besluiten terug te keren naar zijn vakgebied, energietechniek. Als werktuigbouwer was Peeraer afgestudeerd bij Siemens in Duitsland op de regeling van een stoomketel in een grote kolencentrale. Maar vanwege de op dat moment lage energieprijzen zat er volgens hem weinig innovatie in die sector en daarom koos hij na zijn afstuderen voor de internetwereld, die halverwege de jaren negentig sterk in opkomst was. Bij Elsevier Science ontwikkelde hij de wetenschappelijke zoekmachine Scirus en vervolgens besloot hij zijn intellectuele bagage aan te vullen met een Master of Business Administration (MBA) aan INSEAD, de bekende bedrijfskundeuniversiteit in het Franse Fontainebleau. Toen hij daar klaar was, kwam hij door zijn voorliefde voor windturbines terecht in het managementteam van Zephyros, een R&D- en productiebedrijf dat een nieuw type windmolen op de markt bracht.

Op een gegeven moment deed Peeraer een macroanalyse van verschillende energieconversietechnieken voor een groot energiebedrijf. Hij had zich inmiddels gevestigd als ondernemer met een eigen energieadviesbureau SP Innovation. Hij noemt zijn bureau een initation agency. ‘We identificeren opkomende techniek- en marktontwikkelingen, stellen de potentie ervan vast, en brengen R&D-, marketing- en financiële kennis bij elkaar. We focussen op schone, elektrische technieken.’ De analyse bracht hem tot de slotsom dat windenergie helemaal niet zo schoon is als iedereen denkt, en dat door kerncentrales opgewekte elektriciteit een veel grotere bijdrage levert aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. ‘Windenergie is schokkend duur en kernenergie komt er, zowel in prijs per kilowattuur als de prijs per ton vermeden CO2-uitstoot, consistent goed uit.’

Volgens energieonderzoekscentrum ECN veroorzaakt een door een kolencentrale opgewekt kilowattuur stroom 815-1153 g CO2-uitstoot. Een windturbinekilowattuur leidt tot 15-30 g kooldioxide, en een kilowattuur van een kerncentrale levert gemiddeld ongeveer 8-32 g CO2 op. Maar windturbines zijn per eenheid geïnstalleerd effectief vermogen veel duurder dan kerncentrales en daarmee liggen ook hun CO2-vermijdingskosten hoger. Het kabinet wil voor 2020 mogelijk 2000 turbines voor de kust in zee laten bouwen. Het theoretische vermogen bedraagt dan 6000 MW, maar het Centraal Plan Bureau (CPB) gaat in de kosten-batenanalyse voor het park echter uit van een effectief vermogen van 40 %, ofwel 2400 MW. Het park kost volgens het consortium we@sea dat het wil gaan bouwen, circa 15 tot 25 miljard euro, afhankelijk van het investeringstempo. De nieuwste kerncentrales kosten volgens ECN per 1600 MW ongeveer drie miljard euro. ‘Dat komt neer op vijf miljard euro voor een centrale van 2500 MW. Windstroom is dus drie tot vijf keer zo duur als atoomstroom. Bovendien gaan windturbines minder lang mee: twintig jaar tegen vijftig jaar of langer van kerncentrales. Ze zijn gevoeliger voor stormschade, corrosie en offshore zelfs voor verzakkingen. Dus het met windturbines op zee vermijden van CO2-uitstoot kost per ton vermeden kooldioxide veel en veel meer dan bij kerncentrales. Daarom is er voor windenergie bakken subsidie nodig.’

‘Ik vind dat die subsidie beter ergens anders aan is te besteden’, vervolgt Peeraer. ‘Aan elektrisch autorijden bijvoorbeeld. Dan vermijd je ook CO2-uitstoot en reduceer je tegelijk de afhankelijkheid van olie. Van de inhoud van een brandstoftank wordt maar 15-25 % omgezet in voortbeweging, terwijl 75-80 % van de stroom in een volgeladen batterij effectief in voortbeweging wordt omgezet.’ Peeraer participeert in een bedrijf dat lithium-ijzerfosfaatbatterijen ontwikkelt. Die hebben van alle beschikbare technologieën niet de hoogste energiedichtheid, maar ze gaan wel het langste mee en scoren het best qua veiligheid. Dat is volgens hem essentieel voor het laten doorbreken van elektrisch rijden. ‘Zelfs als die stroom is opgewekt met kolen of gas, dan nog verbruiken elektrische auto’s over de hele keten beschouwd per afgelegde kilometer maar de helft van de fossiele energie die personenwagens met een verbrandingmotor gebruiken. Kernenergie is eigenlijk de ideale brandstof voor elektrische voertuigen: ’s nachts kunnen de elektrische auto’s de dalen in de elektriciteitsvraag vullen, waardoor we meer efficiënte basislast – dus meer kerncentrales – kunnen inzetten.’

 

RUGGENGRAAT

Volgens Peeraer kent windturbinetechnologie bijna geen leercurve meer. ‘Er valt aerodynamisch niet zo heel veel meer aan te verbeteren. Bovendien veroorzaken windturbines in het net bepaalde onbalanskosten. Als er veel windaanbod is en een centrale moet worden teruggeregeld van zijn optimum, dat ligt bij vollast, dan gaat het rendement naar beneden en de kosten per kilowattuur en de hoeveelheid CO2 per kilowattuur omhoog, maar die kosten en emissie-effecten worden niet aan windturbines doorberekend. En dat terugregelen kan alleen met gascentrales. Zo maakt windenergie ons straks afhankelijk van Russisch aardgas. Windenergie daar waar rendabel is prima. Maar als ruggengraat van de stroomvoorziening gaat wind ons niet redden.’ Nucleaire technologie heeft veel meer ontwikkelingspotentieel, stelt Peeraer. Hij denkt daarbij aan kleinschalige, inherent veilige pebblebedreactoren en aan zeer grote vierdegeneratiereactoren.

‘De antipathie tegen kernenergie in de jaren tachtig kwam voort uit het feit dat het een technologie was van het grootkapitaal’, meent Peeraer. ‘Windturbines waren een aaibaar, kleinschalig alternatief. Dat is echter allang niet meer zo. Windenergie is tegenwoordig ook grootkapitaal, met dito marketing. Daarbij wordt schaamteloos ingespeeld op angst voor klimaatverandering. In de reclamespotjes is de zeespiegel al zo ver gestegen dat mensen gevlucht zijn naar de nok van het dak van hun huis en daar op langs komen drijven. En daar is dan een stemmingmakend muziekje onder gezet. Energiebedrijven exploiteren met hun groene stroom ons schuldgevoel. Daarbij is het hele maatschappelijke debat gekaapt door alfa’s en communicatiedeskundigen, niet gehinderd door enige kennis, laat staan door rekenvaardigheid.’

Dat kernenergie in het licht van die al of niet georkestreerde maatschappelijke verontrusting geen remedie mag zijn tegen klimaatverandering, toont volgens Peeraer de hypocrisie aan die hij aan de kaak wil stellen. ‘Ik word daar inderdaad een beetje recalcitrant van en daarom heb ik Atoomstroom opgericht, een energiebedrijf dat 100 % met kerncentrales opgewekte elektriciteit levert. Ik ben het eens met mensen als Patrick Moore (medeoprichter van Greenpeace, red.) en Mark Lynas (klimaatactivist en auteur van het boek Zes Graden. Onze toekomst op een warmere planeet, red.): wie gelooft dat we met het verstoken van fossiele brandstoffen het klimaat ontwrichten en desondanks tegen het enige werkelijke alternatief dat kolen en gas op grote schaal kan vervangen – kernenergie – blijft, is medeplichtig aan die eventuele klimaatverandering. Met die redenering peper ik de milieubeweging haar eigen inconsequentie in.’

Om te illustreren hoe dat dan gaat, vertelt Peeraer dat hij zijn bedrijf heeft aangemeld bij de Stichting Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), die wordt gesteund door het ministerie van Economische Zaken. Dat was in maart dit jaar. ‘Mijn argumentatie was dat Atoomstroom een maatschappelijk verantwoorde onderneming is, omdat kernenergie immers leidt tot minder uitstoot van broeikasgas en wordt geproduceerd zonder subsidie, in tegenstelling tot windstroom. Ik heb er ook nog bij gezegd dat atoomstroom gezien de heersende publieke opinie misschien gevoelig kon liggen, maar dat werd niet als een probleem gezien. Maar half september kreeg ik ineens te horen dat Atoomstroom niet meer welkom is bij de stichting MVO, zogenaamd vanwege een ‘nieuw uitsluitingbeleid’. Ik kreeg die regels na lang aandringen gedeeltelijk te zien. MVO is dus niet transparant, en transparantie is het basisprincipe van maatschappelijk verantwoord ondernemen.’ Peeraer spande een kort geding aan tegen MVO Nederland om zijn royering aan te vechten. De rechter bepaalde begin deze maand dat het MVO vrijstaat te bepalen welke ondernemingen zich bij de organisatie aansluiten. ‘In de statuten staat dat de stichting MVO een discussieplatform is voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, ook als daarover verschil van inzicht bestaat. Volgens mij handelt MVO dus in strijd met haar eigen statuten als de organisatie weigert met mij in gesprek te gaan.’ Peeraer overweegt in hoger beroep te gaan.

Atoomstroom is een klein bedrijf, dus Peeraer doet zijn marketing vooral via free publicity: hij beweegt zich in het gastsprekercircuit en schrijft opiniestukken in dagbladen. Daarnaast hanteert hij een methode die je boemerangmarketing zou kunnen noemen. Zo riep GroenLinks internetgebruikers op om de actie Kappen met Kolen te steunen door een banner op hun site te plaatsen. Dus zette Peeraer de Kappen met Kolen-banner op de site van Atoomstroom. ‘Dat was hilarisch. De volgende dag hing het partijbureau van GroenLinks aan de lijn. De partij wilde niet dat Atoomstroom de actie zou steunen, omdat GroenLinks tegen kernenergie is. Maar GroenLinks is ook tegen de aftrek van hypotheekrente. Moet ik daar dan ook tegen zijn? Moet ik soms eerst het complete partijprogramma onderschrijven alvorens ik de actie mag steunen? Dat stond er allemaal niet bij in hun oproep.’

In het weekblad Elsevier adverteerde Atoomstroom met een antwoordkaart voor nieuwe klanten. Daarop konden zij aangeven dat Atoomstroom hun aanvangskorting zou overmaken naar het Wereld Natuur Fonds (WNF). Direct reageerde het WNF met een persbericht waarin het verklaarde tegen kernenergie te zijn. Ook stuurde het een advocaat met de eis om die actie onmiddellijk te staken. ‘Ik heb de woordvoerder van het WNF die mij belde, uitgelegd dat Essent – de hoofdsponsor van het WNF– in Nederland mede-eigenaar is van de kerncentrale Borssele. Toen was het even stil aan de andere kant van de lijn.’ Het persbericht leidde tot een artikel op de voorpagina van dagblad Spits met de kop ‘WNF wil geen geld van Atoomstroom, maar profiteert wel van kerncentrale Borssele’, nadat de dienstdoende redacteur even wederhoor had gepleegd bij Atoomstroom.

En wie zijn nu de klanten van het energiebedrijf? ‘Betrokken burgers die een weloverwogen keuze maken die vroeger controversieel was. Want kernenergie is lang omringd geweest door dogma’s. Atoomstroom is een merk voor onafhankelijke denkers die geven om het milieu en erover hebben nagedacht. Ze kijken naar de feiten, laten zich informeren, vormen een mening en nemen dan een besluit.’

www.atoomstroom.nl

Op de foto is ir. Sjef Peeraer geportretteerd in het Reactor Instituut Delft (RID). Met deze reactor levert de TU Delft (inter)nationaal een belangrijke bijdrage aan wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, met name op het gebied van gezondheidszorg en energie.

 

 

KENGEGEVENS

NAAM

Sjef Peeraer

LEEFTIJD

38

TITEL

  1. en MBA

OPLEIDING

Werktuigbouwkunde, TU Delft (1996)

MBA, INSEAD, Fontainebleau, Frankrijk (2001)

FUNCTIE

oprichter en directeur Atoomstroom

eigenaar energie-innovatiebureau SP Innovation

 

 

(BEELDMATERIAAL)

 

(jh091106-peeraer1.jpg)

(jh091106-peeraer2.jpg – Hannie, wil jij deze uitsnijden als pasfotootje?)

 

 

(QUOTE)

 

‘Het is de ideale brandstof voor elektrische voertuigen’

 

‘Windturbines maken ons afhankelijk van Russisch gas’